Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

woensdag 1 mei 2013

Een tank heeft geen oogjes

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


'Omdraaien, mam!' riepen wij.
'Daar is geen tijd meer voor, jongens. Trouwens, omdraaien is makkelijker gezegd dan gedaan, in deze glibberboel. Als je begint met omdraaien, weet je niet waar en wanneer je weer ophoudt.'
Dus dat deden we niet. In plaats daarvan zette mama de wagen in z'n achteruit. Nét op tijd. Als we nog een halve meter verder waren gereden, had de voorste tank zijn kanon door onze voorruit geramd. Het was een hele stevige voorruit, hoor, maar of-ie een aanstormende tank zou tegenhouden... daar durfde ik niet op te hopen. Gelukkig was dat ook niet nodig, want we reden nu dezelfde kant op.
Weliswaar ging de tank iets sneller dan wij, zodat het kanon toch tegen onze voorruit aan kwam, maar dat gaf niks. De klap was niet hard genoeg om het glas te breken.
Het kwam erop neer dat de tank ons nu voor zich uit duwde.
'Prima geregeld zo,' grapte mama. 'Dat scheelt weer benzine.'
'Hij mikt op mij,' zei Michael bleekjes. 'Ik kijk recht in de loop.'
'Dat is grappig,' slikte ik. 'Ik kijk óók recht in de loop.'
'Ik ook, hoor,' zei mama geruststellend. 'Het is een beetje als met een schilderij, denk ik. Bij sommige schilderijen is het namelijk net alsof ze je aankijken. De mensen op het schilderij, bedoel ik dan natuurlijk – niet de schilderijen zelf. Maar het grappige is dus: waar je ook staat in de kamer, je hebt altijd het idee dat het schilderij jou persoonlijk aankijkt.'
'Ja,' piepte ik, 'en nu heb ik het idee dat die tank mij persoonlijk aankijkt. En dat is niet leuk.'
'Het is niet alleen niet leuk,' zei mama streng. 'Het is ook, en vooral, niet wáár. Een tank heeft geen oogjes, lieverd.'
'Ik hebt een idee,' zei Kwetter plotseling. 'Mag het raampje open?'
Ik deed het raampje open.
Vlug als een muisje klauterde Kwetter over mij heen naar buiten, het dak van de auto op. Daarvandaan sprong ze op het kanon en ze rende over de loop in de richting van de tank.
Ze rukte het luikje van de tank open, en met een luid 'Joewieieie!' dook ze naar binnen.
'Wat doet dat kind nou toch weer?' riep mama vertwijfeld uit. 'Ze springt recht in de handen van de soldaten! Het is weliswaar maar een luitenantje, maar toch...'
'Voor zover ik haar ken,' zei ik, 'durf ik rustig te denken dat ze precies naast de handen van de soldaten terecht zal komen. En het moet raar lopen wil ze dan niet een paar knopjes binnen handbereik hebben...'
En inderdaad. Uit het open luik steeg een luid geschreeuw op van een stuik of drie mannenstemmen, en gegiechel van een meisje, en plotseling ging de ruitenwisser van de tank aan.
'Mwoah,' zei Michael. 'De ruitenwisser. Nou, nou. Dát zal schelen.'
'Pfff,' deed ik. 'Alsof jij het beter zou...'
Op dat moment zwenkte het kanon plotseling naar rechts. Kloenk! Tegen het raampje van tank nummer twee.
'Kijk,' zei Michael tevreden. 'Dát begint erop te lijken.'



BEGIN / VORIGE
/ VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten